Tekenen een vraag- en aanbodlijn in een marktmodel steeds volgens dit stappenplan:

  • Bereken de 0-punten van de vraaglijn.
    Hiermee kun je direct de assenverdeling van het model bepalen.

  • Teken de grafiek met assenverdeling en vraaglijn.
    Vergeet niet om de assen en de lijn te benoemen.

  • Bereken het startpunt van de aanbodlijn.
    Dat is meestal een punt op de prijs-as waar q=0.

  • Bereken een tweede punt voor de aanbodlijn.
    Door handig een tweede waarde voor de prijs in te vullen.

  • Teken ook de aanbodlijn.
    Benoemen ook deze lijn.

De vraaglijn

De collectieve vraaglijn beschrijft de betalingsbereidheid van alle consumenten voor een bepaald product.
De lijn zal dalend verlopen, omdat de gevraagde hoeveelheid zal toenemen wanneer de prijs daalt; er is een negatief verband tussen Qv en P.

In de grafiek van het marktmodel zetten we de hoeveelheid op de horizontale as en de prijs op de verticale as.

Pas op:
Dit is anders dan je vanuit wiskunde gewend bent. X en Y in de vergelijking staan precies andersom.

leeg markmodel

Als voorbeeld nemen we de vraagvergelijking:
Qv = -20P + 500

waarbij:
P = prijs in euro’s per stuk
Qv = gevraagde hoeveelheid in 100.000 stuks

Als P = 0
Qv = -20P + 500
Qv = -20×0 + 500
Qv = 500

Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de maximale waarde.
Je kunt dus nu je horizontale assenverdeling daarop aanpassen!

Als Qv = 0
Qv = -20P + 500
0 = -20P + 500
20P = 500
P = 25

Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de maximale waarde.
Je kunt dus nu je verticale assenverdeling daarop aanpassen!

marktmodel assenverdeling

Eerst gebruik je de o-punten om de assen te verdelen.
Daarna kun je met deze punten ook de vraaglijn tekenen.

Vergeet niet de lijn te benoemen, omdat later in dezelfde grafiek ook nog een aanbodlijn wordt getekend.

vraaglijn

De aanbodlijn

De collectieve aanbodlijn beschrijft de leveringsbereidheid van alle producenten voor een bepaald product.
De lijn zal stijgend verlopen, omdat de aangeboden hoeveelheid zal toenemen wanneer de prijs stijgt; er is een positief verband tussen Qa en P.

De aanbodlijn wordt in het marktmodel opgenomen waar we zojuist de vraaglijn al in getekend hebben.

Als voorbeeld nemen we de aanbodvergelijking:
Qa = 25P – 125

waarbij:
P = prijs in euro’s per stuk
Qa = aangeboden hoeveelheid in 100.000 stuks

Als P = 0 → Qa = -125
Als de prijs € 0 is, zal de aangeboden hoeveelheid negatief zijn. Dat is natuurlijk onzin.
Dit punt kunnen we dus niet gebruiken.

Als Qa = 0
Qa = 25P – 125
0 = 25P – 125
-25P = -125
P = 5    ⇒ we hebben nu het beginpunt van de aanbodlijn.

 

Voor het tweede punt van de aanbodlijn moet je een beetje handig kiezen.

Tip: kies een prijs die op ongeveer ¾ van het maximum zit.

In dit geval bijvoorbeeld P = 20
Qa = 25P – 125
Qa = 25×20 – 125
Qa = 375

Met dit tweede punt kun je de aanbodlijn tekenen.

Het hele marktmodel

Nadat de lijnen ingetekend zijn in het markmodel, kunnen we ook het evenwichtspunt aangeven.

Ter controle kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen:

Qa = Qv
25P – 125 = -20P + 500
25P + 20P = 500 + 125
45P = 625
P = 13,88

Qa = 25P – 125
Qa = 25×13,88 – 125
Qa = 222,2

print