Er zijn verschillende soorten goederen; individuele goederen, collectieve goederen en quasi-collectieve goederen.
Van het gebruik van collectieve goederen kan niemand worden uitgesloten, terwijl in veel gevallen gebruikers elkaar niet verdingen bij gebruik.

 

Indeling goederen

Rivaliteit

= wanneer het gebruikt van een product door persoon A ten koste gaat van het gebruik van persoon B.
Vaak is het zelfs onmogelijk voor persoon B om het product te krijgen als A het al heeft.

Uitsluitbaarheid

= wanneer het mogelijk is om iemand uit te sluiten van het gebruik van een product (meestal: als hij niet betaalt).

Individuele goederen

Individuele goederen zijn goederen die je alleen krijgt als je ervoor betaalt (=uitsluitbaar). De uitsluitbaarheid zorgt ervoor dat deze goederen door particuliere bedrijven geleverd kunnen worden.

Individuele goederen zijn meestal rivaliserend. Wanneer jij een zak chips koopt, kan die niet meer gekocht worden door iemand anders.
Soms zijn individuele goederen echter niet-rivaliserend. Bijvoorbeeld wanneer jij een abonnement koopt voor je mobiele telefoon. Dan gaat dat niet ten koste van andere mobiele gebruikers.

Collectieve goederen

Collectieve goederen zijn goederen die niet splitsbaar zijn in individueel leverbare eenheden. Als ze er zijn, kán iedereen er gebruik van maken. Je kunt ze dus niet per persoon verkopen. Omdat collectieve goederen niet uitsluitbaar zijn, moet de overheid ze leveren en betalen met belastinggeld.

Collectieve goederen zijn soms rivaliserend. Als politiebescherming nodig is bij een voetbalstadion, kunnen die agenten niet de verkeersveiligheid handhaven met snelheidscontroles.
Maar lang niet alle collectieve goederen zijn rivaliserend. Wanneer jij ’s avonds profiteert van straatverlichting, gaat dat niet ten koste van andere weggebruikers in die straat.

Quasi-collectieve goederen

Dit zijn goederen die in theorie individueel leverbaar (en dus uitsluitbaar) zijn, maar die we toch als een soort collectief goed door de overheid laten leveren.

Onderwijs kun je per persoon leveren. Wanneer je niet betaalt, is het mogelijk om je uit te sluiten van lessen. Maar we kiezen ervoor om het collectief, betaalt met belastinggeld, te leveren.
In het geval van onderwijs is er sprake van beperkte rivaliteit. Onderwijs aan persoon X, wil niet zeggen dat persoon Y geen les kan krijgen. Maar hoe meer deelnemers, hoe minder aandacht en waarschijnlijk minder kwaliteit.

print