Vraag 1

a

Aan een jas die normaal € 149,99 kost, hangt een kaartje: 20% korting.
⇒ Hoeveel euro korting krijg je?

b

In verband met gestegen brandstofkosten berekent een luchtvaartmaatschappij een extra toeslag van 5%.
⇒ Hoeveel euro moet je nu extra betalen als de originele prijs van de vlucht € 1499 bedraagt?

c

Een kilo varkensvlees kost in 2010 € 3.
Door toegenomen concurrentie op de varkensmarkt daalt de prijs van varkensvlees in 2011 met 7,5%.
⇒ 
Hoeveel eurocent daalt de prijs in 2011?

d

Een glas bier kost in de Nederlandse horeca gemiddeld € 2
De bierbrouwers verhogen hun prijs, waardoor de horeca de prijs van een glas bier met 5% moet verhogen.
⇒ 
Wat wordt de nieuwe prijs van een glas bier in de horeca?

e

Mobiele telefoonaanbieders berekenen voor bellen in het buitenland een tarief van € 0,79 per minuut.
Op last van de Europese Commissie moeten de aanbieders de prijs met 25% laten dalen.
⇒ 
Wat gaat het bellen in het buitenland per minuut kosten?

a € 30 (afgerond)
b € 74,95
c 22,5 cent
d € 2,10
e € 0,59 (afgerond)

Vraag 2

a

Een jas die normaal € 189 kost, hangt nu afgeprijsd voor € 119
⇒ Hoeveel procent korting krijg je in dat geval?

b

Door gestegen brandstofkosten stijgt de prijs van een vliegticket van € 109 naar € 121
⇒ Hoeveel procent is het vliegticket in prijs gestegen?

c

Kregen boeren vijf jaar geleden nog € 4,80 voor een kilo varkensvlees. Tegenwoordig krijgen ze nog maar € 2,65 per kilo.
⇒ Met hoeveel procent is de prijs van varkensvlees voor de boeren gedaald?

d

In 2000 kostte een gemiddeld menu in een restaurant in Nederland € 29
In 2010 kost een gemiddeld menu € 9 méér.
⇒ Met hoeveel procent is de prijs van een gemiddeld menu in de Nerlandse restaurants gestegen?

e

Een gemiddeld mobiel abonnement kost in Nederland €25
Steeds meer mensen gebruiken web-apps op hun mobiele telefoon om gratis te bellen.
Omdat de aanbieders van mobiele telefonie van de overheid niet mogen kijken of jij zo’n programma gebruikt, zien ze zich genoodzaakt om de prijs van een gemiddeld abonnement met € 7 te verhogen.
⇒ Met hoeveel procent wordt de abonnementprijs verhoogd?

a 37% (afgerond)
b 11% (afgerond)
c 44,8%
d 31% (afgerond)
e 28%

Vraag 3

a

Na een prijsverhoging van 5% werd de nieuwe entreeprijs van de Efteling € 31,50.
⇒ Hoeveel betaalde een bezoeker vóór de prijsverhoging?

b

Je koopt een paar schoenen waarop je € 20 kassakorting krijgt. Je betaalt € 99.
⇒ Hoeveel procent korting heb je gekregen?

c

De werkloosheid is met 100.000 personen toegenomen in 2010, waardoor nu in totaal 2.400.000 personen werkloos zijn.
⇒ Met hoeveel procent is de werkloosheid toegenomen?

d

Door de komst van een nieuwe concurrent ziet snackbar Lekkerbek zich gedwongen de prijs van een patatje met 20% te verlagen tot € 1.
⇒ Hoeveel betaalde een klant voor een patatje voordat de concurrent er was?

e

In 2011 bedroeg de inflatie 3%. Het CPI kwam daardoor uit op 135.
⇒ Hoeveel bedroeg het CPI in 2010?

a € 30    (31,5 = 105%)
b 16,8%  (20 van de 119)
c 4,35 %  (100.000 van de 2,3 mln)
d € 1,25    (1 = 80%)
e 131 (afgerond)   (135 = 103%)
print