Het getal waar je mee begint is niet altijd 100%. 
Je manier van rekenen hoeft dan echter niet te veranderen.

Wanneer je start niet 100% is

De beste manier is weer om te rekenen via 1%.

Nog steeds dezelfde drie stappen:

  • Zoek eerst een gegeven waarde en het bijbehorende procentage bij elkaar.
    Ook nu is het belangrijk om goed te kijken welk getal 100% is.
    De VAN / DAN – regel wijst naar het getal dat 100% is.

  • Reken met deze gegevens uit hoeveel 1% is.

  • Reken het gevraagde gegeven uit.

Deze manier werkt altijd.
Het lastigste is soms om het juiste getal aan het juiste percentage te koppelen. Het hele getal (100%) vind je in ieder geval:

  • door goed op de woorden DAN of VAN te letten (daarvoor moet je soms de vraag anders formuleren)
  • of te kijken met welk getal je aan het vergelijken bent.

Voorbeeld

Je koopt een jas voor € 120.
Je hebt 20% kassakorting gekregen bij deze aankoop.
Wat was de originele prijs van de jas?

  • Zoek eerst een gegeven waarde en het bijbehorende procentage bij elkaar.

    De korting is 20% VAN de normale prijs.
    De normale prijs is dus 100%. Maar die moet je nu juist uitrekenen.

    Maar als je 20% korting kreeg, dan heb je 80% van de prijs moeten betalen.
    Dus 80% van de prijs was gelijk aan € 120.
    Zet dit in het eerste deel van je verhoudingstabel.

  • Reken met deze gegevens uit hoeveel 1% is.

    Vanuit de eerste stap kun je 1% uitreken door te delen door 80.
    In de bovenste en onderste regel van de tabel deel je dus door 80.
    Zo weet je hoeveel euro 1% is.

  • Reken het gevraagde gegeven uit.

    De originele prijs was 100%.
    Je moet dus van 1% naar 100%. Dat is 100× zoveel.
    In de bovenste en onderste regel van de tabel vermenigvuldig je dus met 100.

    Zo weet je dat de originele prijs (100%) € 150 was.

Op dezelfde manier had je ook de korting kunnen uitrekenen.
Maar dan reken je in de laatste stap niet 100% uit, maar 20%.

print