Vraag 1

Van drie mensen is bekend hoe hun individuele betalingsbereidheid voor een goede kop koffie in de lokale koffiebar eruit ziet.
In die individuele vraagfunctie staat:

Qv voor het gevraagde aantal kopjes koffie per week
P voor de prijs van een kopje koffie in euro’s.

  • Timon: Qv = -2P + 10

  • Maxime: Qv = -P + 4

  • Mo: Qv = -2P + 4

a

Neem onderstaande drie grafiekjes over en teken de individuele vraaglijnen erin.
Schrijf je berekening van de 0-punten op.
NB. laat rechts ruimte, zodat je een 4e grafiekje ernaast kunt zetten!

b

Teken nu, op basis van de individuele vraaglijnen, de collectie vraaglijn naar kopjes koffie.
Zet daarvoor de 4e grafiek ernaast:

Vraag 2

Een dierentuin doet onderzoek naar de betalingsbereidheid van drie groepen klanten.
In de vraagfunctie van de groepen staat P voor de prijs in euro’s en Qv voor de gevraagde hoeveelheid kaartjes per jaar.

  • Gezinnen
    Qv = -10.000P + 500.000

  • Ouderen
    Qv = -2.500P + 100.000

  • Scholen
    Qv = -20.000P + 400.000

a

Teken de vraaglijnen van de drie groepen naast elkaar.
NB1. reken eerst de nulpunten uit, zodat je de P-as een gelijke assenverdeling kunt geven.
NB2. hou rechts weer ruimte voor een 4e grafiek met de collectieve vraag.

b

Teken nu, op basis van de vraaglijnen van deze groepen, de collectieve vraaglijn in een 4e grafiek.

Vraag 1

a

Voor Timon:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 10
  • als Q= 0, dan geldt: P = 5

Voor Maxime:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 4
  • als Q= 0, dan geldt: P = 4

Voor Mo:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 4
  • als Q= 0, dan geldt: P = 2

b

Begin bij de hoogste prijs en tel steeds alle individuele vraag bij dezelfde prijs bij elkaar op.
Elke keer als de volgende vrager erbij komt, ontstaat een knikpunt in de vraaglijn.

Bij een prijs van € 5 begint de vraag (van Timon en dus ook van de totale vraag)
Bij een prijs van € 4 komt de vraag van Maxime bij de vraag van Timon en knikt de totale vraaglijn: op dat moment vraagt Timon 2 kopjes koffie
Bij een prijs van € 2 komt de vraag van Mo erbij: op dat moment vragen Timon en Maxime samen 8 kopjes koffie
Wanneer de prijs € 0 is, is de totale vraag (10 + 4 + 4) 18 kopjes koffie.

Vraag 2

a

Voor Gezinnen:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 500.000
  • als Q= 0, dan geldt: P = 50

Voor Ouderen:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 100.000
  • als Q= 0, dan geldt: P = 40

Voor Scholen:

  • als P = 0, dan geldt: Qv = 400.000
  • als Q= 0, dan geldt: P = 20

De prijs-as moet dus in ieder geval tot en met € 50 lopen.

b

Begin bij de hoogste prijs en tel steeds alle individuele vraag bij dezelfde prijs bij elkaar op.
Elke keer als de volgende vrager erbij komt, ontstaat een knikpunt in de vraaglijn.

print