Vraag 1

Monica is in blijde verwachting van haar eerste kind.
Na haar verlof zal zij deeltijdontslag nemen, zodat ze twee dagen extra thuis is en zelf voor haar kindje kan zorgen. Ook haar man gaat twee dagen minder werken. Opa en oma komen ook een dag op hun kleinkind passen, zodat het kindje (nog) niet naar een kinderdagverblijf hoeft te gaan.

a

Wat gebeurt er met de welvaart in enge zin van dit jonge gezin? Verklaar je antwoord.

b

Wat gebeurt er volgens jou met de welvaart in ruime zin van dit jonge gezin? Verklaar je antwoord.

Simon wordt geboren in december. Een gezonde jongen die veel aandacht vraagt.
Dat betekent voor het gezin dat er flink extra gas gebruikt wordt, omdat het voor de baby nu eenmaal warm gestookt moet worden.

c

Wat voor effect heeft het extra gebruik van gas op de welvaart in enge zin? Verklaar je antwoord.

In januari verbetert de gemeente de straatverlichting in de buurt.

d

Leg uit dat hierdoor de welvaart in brede zin (waarschijnlijk) zal toenemen.

a

De welvaart in enge zin zal dalen.
Zowel Monica als haar man gaan minder werken, dus ook minder verdienen. Met minder inkomen kan er ook minder gekocht worden.

In je antwoord moet in ieder geval verwerkt zijn: koopkracht / aantal goederen dat zij kunnen kopen 

b

Omdat Monica en haar man bewust kiezen om minder te werken, zullen zij de ‘vrije dagen’ méér waarderen dan het geld. Hun welvaart in ruime zin zal daarom stijgen.

Uit je antwoord moet blijken dat er behalve koopkracht nu OOK gekeken wordt naar de waardering van tijd (andere schaarse middelen).

c

Het gebruik van gas voorziet in een behoefte (en is een schaars middel).
De hoge gasrekening betekent dus economisch gezien een stijging van de welvaart in enge zin.

OF

Door de hogere gasrekening kunnen ze andere dingen niet meer kopen. Omdat gas een hogere prioriteit heeft gekregen, is een andere behoefte geschrapt. De welvaart in enge zin is gelijk gebleven.

d

Ook voor de verbetering van straatverlichting moeten (productie)middelen worden opgeofferd.
Er wordt dus in een behoefte voorzien met schaarse middelen.

In brede zin, omdat het gezin zélf niet rechtstreeks koopkracht inzet voor deze behoefte.

print