Vraag 1

a

Bereken tot welk bedrag € 1.000 is gegroeid na 8 jaar samengestelde rente van 6% per jaar.

b

Bereken tot welk bedrag € 1.000 is gegroeid na 8 jaar samengestelde rente van ½% per maand.

c

Colin stort op 1 januari 1998 € 5.000 op een spaarrekening tegen 2,5% samengestelde rente per jaar.
Bereken de eindwaarde op 1 januari  2028.

d

Marit stort op 1 januari 2018 € 2.600 op een spaarrekening tegen 0,3% samengestelde rente per maand.
Bereken de eindwaarde op 1 mei  2022.

e

Alyssa zet op 1 januari 2018 € 10.000 op een spaarrekening met 4% samengestelde rente per jaar.
Op 1 januari 2028 heeft zij geld nodig en wil zij een bedrag opnemen van haar rekening. Toch wil zij op 1 januari 2038 € 20.000 hebben.
Hoeveel kan zij op 1 januari 2028 maximaal opnemen, om toch uit te komen op € 20.000 op 1 januari 2038?

Vraag 2

a

Samira stort op 1 januari 2015 € 7.500 op een spaarrekening tegen 1,1% samengestelde rente per kwartaal.
Bereken de eindwaarde op 1 juli 2020.

b

Ad stort op 1 januari 2010 € 5.000 op een spaarrekening tegen 2% samengestelde rente per jaar.
Op 1 januari 2020 verlaagt de bank de rente naar 1,2%. Ad wil op 1 januari 2025 een bedrag van € 7.500 bereiken voor de aanschaf van een autootje.
Bereken hoeveel Ad op 1 januari 2020 moet bijstorten om zijn doel in 2025 te halen.

c

Rutger opent een spaarrekening tegen 0,2% samengestelde rente per maand.
Welk rentepercentage krijgt hij op deze manier op jaarbasis?

Vraag 1

a

€ 1.000 × 1,068 = € 1.593,85

b

8 jaar × 12 maanden = 96 maanden
€ 1.000 × 1,00596 = € 1.614,14

c

Het gaat om een periode van 30 jaar
€ 5.000 × 1,02530 = € 10.487,84

d

Het gaat om een periode van 4 jaar en 4 maanden = 52 maanden
€ 2.600 × 1,00352 = € 3.038,24

e

Op 1 januari 2028 (na 10 jaar) staat er op de rekening:
€ 10.000 × 1,0410 = € 14.802,44

Als er op 1 januari 2038 € 20.000 op de rekening moet staan, moet er op 1 januari 2028 (10 jaar eerder) op staan:
€ 20.000 : 1,0410 = € 13.511,28

Alyssa kan dus maximaal (14.802,44 – 13.511,28) € 11.708,84 van haar rekening afhalen.

Vraag 2

a

Het gaat om een periode van 5½ jaar = 22 kwartalen
€ 7.500 × 1,01122 = € 9.540,84

b

Op 1 januari 2020 (na 10 jaar) staat op de rekening:
€ 5.000 × 1,0210 = € 6.094,97

Als er op 1 januari 2025 (over 5 jaar) € 7.500 op moet staan, moet erop staan:
€ 7.500 : 1,0125 = € 7.065,76

Hij zal dus nog (7.065,76 – 6.094,97) € 970,79 moet bijstorten.

c

1,00212 = 1,02427.. ⇒ 2,43% op jaarbasis

print