Vraag 1


Monica heeft lange tijd als accountant gewerkt, maar wil iets anders in haar leven.
Als groot liefhebber van kamperen en natuur wil zij een eigen onderneming starten: Tacking BV, camping & outdoor.
Ze wil starten met één grote verkooplocatie, centraal in Nederland. Maar heeft al plannen om verder uit te breiden, zowel binnen Nederland als internationaal.

Ze heeft grootse plannen en een flinke soms eigen geld, maar mist toch nog een behoorlijk bedrag om haar plannen te realiseren. Ze gaat daarom op zoek naar enkele externe investeerders die een minderheidsaandeel willen kopen in haar bedrijf.

a

Leg uit waarom de keuze voor een BV het meest voor de hand ligt.

b

Waarom zou Monica investeerders zoeken die een minderheidsbelang willen kopen? Verklaar je antwoord.

c

Groepsopdracht (in drietallen):
Maak een elevator pitch van ongeveer 90 seconden om investeerders voor dit bedrijf te interesseren.
Gebruik internet om te zoeken hoe je een goede pitch doet.

De eerste vestiging is een enorm succes. Monica gaat daarom vol energie door met haar plannen om uit te breiden. Voor een tweede en derde locatie heeft ze echter onvoldoende financiële middelen. Er zal dus opnieuw naar financiering gezocht moeten worden. In totaal ongeveer € 1mln tot € 1,25 mln.

Monica ziet uiteindelijke drie mogelijkheden. Mogelijk te combineren:

  • Een obligatielening van ongeveer € 1 mln; bestaande uit obligaties met een nominale waarde van € 1.000, een looptijd van 10 jaar, tegen een rente van 3,75%

  • Het zoeken van extra investeerders die nieuwe aandelen willen kopen.

  • Een hypothecaire lening bij een commerciële bank op de nieuwe locatie(s).

De spaarrente bedraagt in dit jaar slechts 0,2%.

d

Leg uit dat het waarschijnlijk is dat de rentelasten van de obligatielening voor Tracking BV lager zullen liggen dan de genoemde 3,75%.

e

Noem twee risico’s voor de beleggers indien zij obligaties kopen van Tracking BV? Verklaar je antwoord.

f

Leg uit waarom Monica toestemming nodig heeft van de huidige aandeelhouders als ze extra aandelen wil uitgeven.

Bij de bank kan Tracking BV kiezen tussen een annuïtaire – of een lineaire hypothecaire lening.
In beide gevallen wil de BV € 1.000.000 lenen met een looptijd van 20 jaar. De bank vraagt voor beide hypothecaire leningen een rente van 2,5%.

g

Leg uit waarom de rente op de hypothecaire lening lager is dan op de obligatielening.

h

Bereken voor de eerste drie jaren de jaarlijkse rente- en aflossingslasten voor de annuïtaire hypothecaire lening.
In dat geval bedraagt de jaarlijkse annuïteit € 64.147.

i

Bereken voor de eerste drie jaren de jaarlijkse rente- en aflossingslasten voor de lineaire hypothecaire lening.

j

Noem voor beide hypothecaire leningen een reden om voor die variant te kiezen. Verklaar je antwoord.

Vraag 2

Tracking BV heeft nog wat extra financiële middelen nodig.
Er wordt een 3-jaars obligatielening uitgeschreven met een nominale waarde van € 1.000, tegen een couponrente van 2,8%.
Uiteindelijk worden er 500 obligaties geplaatst tegen een koers van 105%.

a

Bereken hoeveel geld Tracking BV ophaalt met de plaatsing van deze obligatielening.

b

Bereken de rentelasten van deze lening voor Tracking BV.

c

Hoeveel geld moet Tracking BV aan het einde van de looptijd terug betalen?

Vraag 1

a

Door de omvang van haar bedrijfsvoornemen wil ze geen hoofdelijke aansprakelijkheid. 
Daarnaast zal ze veel geld nodig hebben dat ze via aandelen in een BV kan aantrekken.

b

Monica zal zelf de koers van haar bedrijf willen bepalen. Zolang andere investeerders een minderheidsbelang hebben, is het voor Monica makkelijker haar eigen plannen uit te voeren.

c

Gebruik Google om tips te vinden over het maken van een krachtige pitch.

d

De spaarrente is maar 0,2%.
Dat betekent dat deze obligatie een heel aantrekkelijke rente geeft. Beleggers zijn waarschijnlijk bereid om méér dan € 1.000 te geven voor deze obligatie. Omdat de rentevergoeding gerelateerd is aan de nominale waarde, neemt het rentepercentage af:

  • Beleggers krijgen 3,75% van € 1.000 = € 37,50 per jaar
  • Als een belegger bijvoorbeeld € 1.010 heeft gegeven voor deze obligatie, is € 37,50 maar 3,71% van dat bedrag.
e

Twee risico’s:

  • Tracking BV kan failliet gaan. Er is een kans dat ze dan hun geld niet meer terug krijgen. (debiteurenrisico)
  • De spaarrente kan stijgen, terwijl de rente op deze obligatie vast staat. Beleggers zitten dan vast aan het lagere rendement.
f

De winst van het bedrijf gaat (tenminste gedeeltelijk) naar de aandeelhouders.
Als er extra aandeelhouders komen, wordt het winstdeel voor de huidige aandeelhouders kleiner.
Datzelfde kan ook gelden voor hun stemrecht in het bedrijf.

Extra aandelen gaan dus ten kostte van de huidige aandeelhouders. Vandaar dat zij toestemming moeten geven.

Overigens is het best mogelijk dat zij toestemming geven, want met het extra geld kan het bedrijf groeien. Daarvan profiteren ook de huidige aandeelhouders.

g

Bij een hypothecaire lening wordt een onroerende zaak als onderpand gegeven.
Het risico voor de kredietverlener is kleiner. Als er niet betaald kan worden, kan het onderpand worden verkocht.

Door het lagere risico is de rente ook lager (minder risico-vergoeding).

h
Jaar Schuld
begin jaar
Rente
hele jaar
Aflossing
hele jaar
Bruto hypotheeklasten
hele jaar
Restschuld
eind jaar
jaar 1 € 1.000.000 € 25.000 € 39.147 € 64.147 € 960.853
jaar 2 € 960.853 € 24.021 € 40.126 € 64.147 € 920.727
jaar 3 € 920.727 € 23.018 € 41.129 € 64.147 € 879.598
i
Jaar Schuld
begin jaar
Rente
hele jaar
Aflossing
hele jaar
Bruto hypotheeklasten
hele jaar
Restschuld
eind jaar
jaar 1 € 1.000.000 € 25.000 € 50.000 € 75.000 € 950.000
jaar 2 € 950.000 € 23.750 € 50.000 € 73.750 € 900.000
jaar 3 € 900.000 € 22.500 € 50.000 € 72.500 € 850.000
j

Een annuïteitenhypotheek heeft als voordeel dat de maandlasten gedurende de hele looptijd hetzelfde zijn (en niet in het begin erg hoog).

Een lineaire hypotheek heeft als voordeel dat je sneller aflost, waardoor de totale rentelasten lager zijn.

Vraag 2

a

Een koers van 105% wil zeggen dat beleggers 5% méér geven dan de nominale waarde:
(1,05 × € 1.000) × 500 stuks = € 525.000

b

Tracking BV geeft 2,8% van 1.000 = € 28 rente op 1 obligatie
Terwijl ze € 1.050 gekregen hebben voor die obligatie.

Dat is 28 t.o.v. 1.050: 2,67%

c

Tracking BV moet uiteindelijk € 1.000 per obligatie terug betalen.

print