Vraag 1

Marco wil een bedrijfje beginnen.
Voordat hij start verzamelt hij alle gegevens, zodat hij met een break-even-analyse de risico’s kan inschatten:

  • De consumentenprijs van zijn product is € 29,98 (inclusief 21% BTW).

  • De inkoopprijs van dit product is € 8,50 (excl. BTW)

  • De totale constante kosten schat hij op € 6.800

  • De overige variabele kosten per product schat hij op € 11

  • Van capaciteitsproblemen denkt hij geen last te hebben.

a

Stel de TO- en TK-vergelijkingen op die Marco nodig heeft voor zijn break-even-analyse.

b

Bereken de break-even-afzet die Marco verwacht.

c

Leg uit waarom het slim is van Marco om eerst deze analyse te doen.

Vraag 2

Gegeven van een onderneming:

TO = 65Q
TK = 20Q + 180.000

De productiecapaciteit bedraagt 6.000 stuks.

a

Teken de TO- en TK-lijn in één grafiek. Geef daarin het break-even-punt aan.

b

Bereken de break-even-omzet van het bedrijf.

c

Kleur het verlies (rood) indien het bedrijf een afzet van 2.000 heeft.

d

Kleur de winst (groen) indien het bedrijf een afzet van 5.500 heeft.

Vraag 1

a

Prijs exclusief BTW = 29,98 / 2,21 = € 24,78

TO = 24,78Q
TK = 19,50Q + 6.800

b

Er is sprake van break-even wanneer TO = TK:

24,78Q = 19,50Q + 6.800
5,28Q = 6.800
Q = 1.288 (producten)

c

Dan weet hij hoeveel hij minimaal moet verkopen om iets te kunnen verdienen.
Nu kan hij beter inschatten of starten haalbaar is (1.288 producten verkopen is in het begin misschien wel heel veel).

Vraag 2

a
b

Er is sprake van break-even wanneer TO = TK:

65Q = 20Q + 180.000
45Q = 180.000
Q = 4.000 (producten)

c/d
print