Vraag 1

Zowel in Frankrijk als in Spanje wordt wijn en auto’s geproduceerd. In onderstaande tabel staat hoeveel uren arbeid in elk land nodig zijn voor de productie van 1 eenheid van deze producten.

aantal uren arbeid per product(eenheid)
wijn auto’s
Frankrijk 20 450
Spanje 24 550

 

a

Is in dit voorbeeld sprake van absolute kostenverschillen, van comparatieve kostenverschillen of van beiden? Verklaar je antwoord.

Door de oprichting van EMU kunnen de landen zonder belemmeringen handel drijven met elkaar. Bovendien is een eventueel wisselkoersrisico niet langer aanwezig. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat de landen zich specialiseren in de productie van één van beide goederen.

b

Laat met behulp van de opofferingskosten zien welk land zich specialiseert in welk product.

c

Hoeveel wijn zal er uiteindelijk voor één auto betaald moeten worden in de onderlinge ruil? Verklaar je antwoord.

Vraag 2

China en Duitsland produceren beiden zonnecellen en auto’s. In onderstaande tabel staat hoeveel eenheden product de beide landen per arbeidsjaar kunnen produceren.

aantal producten per arbeidsjaar
zonnecellen auto’s
China 2.000 300
Duitsland 2.750 425

 

a

Laat met een berekening van de opofferingskosten zien in welke productie Duitsland zich het beste kan specialiseren.

b

Hoeveel zonnecellen zullen er uiteindelijk voor één auto betaald moeten worden in de onderlinge ruil? Verklaar je antwoord.

Vraag 1

a

Er is sprake van absolute kostenverschillen, omdat Frankrijk de (beide) producten met minder uren arbeid kan produceren.
Er is sprake van comparatieve kostenverschillen, want Spanje heeft 20% meer tijd nodig voor wijn en 22% meer tijd nodig voor de productie van een auto. Verhoudingsgewijs is Frankrijk dus extra goed in de productie van auto’s.

Comparatieve kostenverschillen kunnen ook worden aangetoond met behulp van de opofferingskosten:

b
opofferingkosten
wijn auto’s
Frankrijk 1 wijn = offer 0,44 auto  1 auto = offer 22,5 wijn
Spanje 1 wijn = offer 0,43 auto 1 auto = offer 22,9 wijn
Voor de productie van wijn heeft Spanje de laagste opofferingskosten. Spanje zal dus wijn produceren bij specialisatie.
Voor de productie van auto’s heeft Frankrijk de laagste opofferingskosten. Frankrijk gaat zich dus specialiseren in de productie van auto’s.
c

Frankrijk zal de auto’s verkopen aan Spanje.

Als Frankrijk zelf wijn zou produceren, zouden ze voor 1 auto 22,5 eenheden wijn kunnen produceren. Na specialisatie zullen zij dus méér willen verdienen dan die 22,5.
Als Spanje zelf een auto zij produceren, zou hen dat 22,9 eenheden wijn kosten. Na specialisatie zullen zij dus minder willen betalen dan die 22,9.

Na specialisatie zal een auto dus tussen de 22,5 en 22,9 eenheden wijn gaan kosten.

Vraag 2

a

Let op! deze tabel is anders dan voorheen. Er staan nu producten per uur en niet uren per product.

opofferingkosten
zonnecellen auto’s
China 2.000 zonnecellen = 300 auto’s
1 zonnecel = 0,150 auto

(in de tijd dat 1 zonnecel gemaakt wordt, had men ook 0,15 auto kunnen maken)

300 auto’s = 2.000 zonnecellen

1 auto = 6,67 zonnecellen
 

Duitsland

2.750 zonnecellen = 425 auto’s

1 zonnecel = 0,154 auto

425 auto’s = 2.750 zonnecellen

1 auto = 6,47 zonnecellen

Voor de productie van zonnecellen heeft China de laagste opofferingskosten. China zal dus zonnecellen produceren bij specialisatie.
Voor de productie van auto’s heeft Duitsland de laagste opofferingskosten. Duitsland gaat zich dus specialiseren in de productie van auto’s.
b

Duitsland zal de auto’s verkopen aan China.

Als Duitsland zelf zonnecellen zou produceren, zouden ze voor 1 auto 6,47 zonnecellen kunnen produceren. Na specialisatie zullen zij dus méér willen verdienen dan die 6,47.
Als China zelf een auto zij produceren, zou hen dat 6,67 zonnecellen kosten. Na specialisatie zullen zij dus minder willen betalen dan die 6,67.

Na specialisatie zal een auto dus tussen de 6,47 en 6,67 zonnecellen gaan kosten.

print