Vraag 1

Na een paar jaar in dienst te zijn geweest bij een ander bedrijf, is Marit als zzp-er aan de slag gegaan.
Daarvoor is zij drie jaar geleden haar eigen Bouw- en Timmerbedrijf gestart. 

Als zzp-er is zij privé-aansprakelijk voor haar bedrijfsactiviteiten.
Het eerste jaar was financieel heel moeilijk, maar de zaken lopen goed. Inmiddels haalt Marit een flink inkomen uit haar bedrijf.

a

Voor welke rechtsvorm heeft Marit blijkbaar gekozen? Verklaar je antwoord.

b

Waarom is, vooral bij dit soort werkzaamheden, de privé-aansprakelijkheid een groot nadeel?

Een vriend adviseert Marit om een andere bedrijfsvorm te kiezen. Volgens hem is de huidige rechtsvorm belastingtechnisch niet meer voordelig.

c

Verklaar waarom pas na enkele jaren de rechtsvorm belastingtechnisch niet meer voordelig is voor Marit. Gebruik in je uitleg de term progressieve belasting.

d

Welke rechtsvorm zou de vriend adviseren? Verklaar je antwoord.

e

Wat zijn de nadelen van deze rechtsvorm voor Marit?

Het bedrijfje groeit. Het werk wordt teveel om alleen aan te kunnen. Bovendien worden de klussen steeds groter.
Ze neemt drie mensen in dienst en verhuist naar een groot pand met veel opslagmogelijkheden. Vanuit dat nieuwe pand kan ze de komende jaren doorgroeien.

f

Zou het voor Marit nu verstandig zijn om het bedrijf om te zetten in een NV? Verklaar je antwoord.

Vraag 2

In de periode 2008 – 2018 is het aantal bedrijven flink toegenomen.
Voor de enorme toename van het aantal eenmanszaken zijn twee verklaringen te geven:

  • een eigen bedrijf hebben is door de jaren heen populairder geworden, waardoor veel Nederlanders vrijwillig voor zichzelf begonnen.
  • een eigen bedrijf was voor veel Nederlanders de enige manier om zelfstandig inkomen te verdienen. Zij kozen veelal onvrijwillig voor de stap naar zelfstandigheid.

 

 

a

Welke rechtsvorm is in de genoemde periode relatief het meest gegroeid: de VoF of de BV? Verklaar je antwoord met een berekening.

b

Geen een voorbeeld van de in de tekst beschreven onvrijwillige oprichting van een eenmanszaak.

c

Het aantal eenmanszaken is flink gestegen doordat veel hoogopgeleide 50+ers in deze periode als zzp-er begonnen. Geef hiervoor een verklaring.

d

Wat is een belangrijk voordeel van een eenmanszaak ten opzichte van andere rechtsvormen dat de enorme groei van het aantal eenmanszaken kan verklaren?

Vraag 1

a

Ze heeft in haar eentje een bedrijf, waarbij ze privé aansprakelijk is: eenmanszaak.

b

Bij bouwwerkzaamheden kan nog wel eens iets mis gaan. In dat geval is Marit ook met haar privé-vermogen aansprakelijk (tenzij zij zich hiervoor verzekerd). Het instorten van een muurtje kan dus betekenen dat haar eigen spaargeld nodig is om de bedrijfsschade te dekken.

c

Het inkomen uit een eenmanszaak valt onder de inkomstenbelasting. Bij een stijging van het inkomen, gaat Marit in verhouding (%) steeds meer belasting betalen. Het is dan verstandig om een vennootschap op te richten, zodat er in verhouding minder belasting betaalt hoeft te worden over de winst.

d

Een BV. De winst valt dan onder de vennootschapsbelasting (én Marit is niet meer privé aansprakelijk).

e

Er zijn wat meer eisen aan de boekhouding, wat meer jaarlijks kosten veroorzaakt. En er is een notaris nodig voor de oprichting (ook een eenmalige kostenpost).

f

Een NV is onverstandig. Dat is alleen nodig als Marit heel veel geld moet ophalen voor de groei van haar bedrijf, maar in deze fase kan dat ook met een BV.  Er zijn -in deze fase- alleen nadelen aan verbonden in de vorm van administratieve kosten, oprichtingskosten enz..

Vraag 2

a

VoF: van 445.630 naar 575.695 = +29,2%

BV: van 909.590 naar 1.164.830 = +28,1%

Het aantal VoF’s is verhoudingsgewijs (%) harder gegroeid.

b

Iemand die geen baan kan vinden en daarom besluit om maar iets voor zichzelf te beginnen. In de hoop dat hij/zij daarmee zelfstandig in inkomen kan voorzien.

c

Als er relatief veel werk te vinden is voor deze groep mensen, kunnen ze vaak méér verdienen door zich als zelfstandige te verhuren aan bedrijven (dan wanneer ze in loondienst zouden blijven). Zij ruilen vrijwillig hun stabiele looninkomen om in een risicovoller, hoger winstinkomen.

d

Er zijn nauwelijks beperkingen om een eenmanszaak te beginnen. Voor € 50 kun je beginnen. Het oprichten kan dus snel en goedkoop.

print