Vraag 1
Jennifer wil graag de effecten van sparen en lenen voor zichzelf inzichtelijk maken.
Zij stelt daarom een persoonlijke intertemporele budgetlijn op. Zij gaat uit van de volgende gegevens:
haar huidige inkomen bedraagt € 400.000
haar toekomstige inkomen bedraagt € 500.000
de nominale rente bedraagt 20%
a |
Teken de intertemporele budgetlijn van Jennifer op basis van deze gegevens. |
b |
Jennifer wil € 100.000 lenen. |
c |
Bereken het effect van deze lening op haar toekomstige inkomen. |
a |
Bereken met welk rentepercentage deze budgetlijn getekend is. |
b |
Welke keuze wordt gemaakt in punt B? |
c |
Welke keuze wordt gemaakt in punt C? |
Vraag 1
a |
Haar maximale toekomstige budget is € 480.000. Namelijk:
Haar maximale huidige budget is € 817.000. Namelijk:
|
b |
Door de lening neemt haar huidige budget met € 100.000 toe: |
c |
De lening zal met rente in de toekomst moeten worden terugbetaald. Haar toekomstige budget neemt dus af met € 120.000 |
Vraag 2
a |
Een voorbeeld van een juiste berekening is: Als al het huidige inkomen (€ 200.000) gespaard wordt, Er wordt dus € 50.000 rente verdiend met € 200.000 spaargeld. |
b |
In punt B wordt er gespaard. Best afleesbaar is dat het huidige inkomen met € 100.000 daalt. |
c |
In punt C wordt er geleend. Best afleesbaar is dat er in de toekomst € 100.000 minder beschikbaar is. |