Vraag 1

Kledingwinkel Boetiek 115 verhuist in 2019 en koopt een complete nieuwe inventaris voor de zaak.
De aanschaf kost € 18.000 (exclusief btw).

De mode verandert snel. Daarom verwacht de eigenaresse dat de inventaris over vijf jaar vervangen moet worden. Zij denkt dat de verkoop van de huidige inventaris dan nog zo’n € 2.500 zal opleveren.

a

Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten voor de inventaris.

b

Bereken voor welk bedrag de inventaris na drie jaar nog op de balans staat.

Voor de aanschaf van de inventaris sluit de eigenaresse van de boetiek een lening af bij de bank.
De bank rekent daarvoor een rentepercentage van 4,5%. De lening wordt in gelijke delen eens per jaar afgelost over de gebruiksduur van de inventaris.

c

Bereken het bedrag dat de eigenaresse in het eerste jaar in totaal moet overmaken aan bank?

d

Bereken de rentelasten van de lening in het derde jaar.

De boetiek is gevestigd in een eigen winkelpand.
Ook die is betaald met een lening. Deze hypothecaire lening kent echter een rente van 3,5% per jaar.

e

Leg uit waarom de rente op de lening voor de inventaris hoger is dan de rente op de hypothecaire lening.

Vraag 2

Een bakker heeft onderstaande duurzame productiemiddelen in gebruik.
Elk jaar wordt hiervoor een vast bedrag afgeschreven.

dpm aanschafprijs levensduur
(in jaren)
restwaarde afschrijving 
(€ per jaar)
boekwaarde na
Oven € 21.753 9 jaar € 3.900 € … 4 jaar € …
Kassa € 954 6 jaar € 100 € … 2 jaar € …
Toonbank € 7.850  … € 500 € … 6 jaar € 3.440
Computer € … 4 jaar € … € 490 1 jaar € 1.569
Bestelbus € …  … € 9.000 € 3.898 2 jaar € 20.694
a

Bereken de ontbrekende getallen in de tabel.

b

Noem twee factoren die bepalend zijn voor de gebruikte levensduur. Verklaar je antwoord.

Vraag 1

a

De inventaris gaat over een periode van 5 jaar (18.000 – 2.500) € 15.500 kosten.
Dat is dus een afschrijving van (15.500 / 5) € 3.100 per jaar.

Of: = € 3.100

b

Na drie jaar is de inventaris (3 × 3.100) € 9.300 minder waard.
De waarde op de balans is dan (18.000 – 9.300) € 8.700

c

De lening van € 18.000 wordt in 5 gelijke delen terug betaald ⇒ € 3.600 per jaar aflossing.
De schuld in het eerste jaar is € 18.000 ⇒ 3,5% rente over € 18.000 = € 630

In totaal wordt er (3.600 + 630) € 4.230 overgemaakt naar de bank.

d

In het derde jaar: dan zijn er al twee aflossingen van € 3.600 geweest.
De schuld in het derde jaar is dus € 10.800. Daarover moet 3,5% rente worden betaald.

Rente = € 378

Vraag 2

a
dpm aanschafprijs levensduur
(in jaren)
restwaarde afschrijving 
(€ per jaar)
boekwaarde na
Oven € 21.753 9 jaar € 3.900 1.984 4 jaar € 13.817
Kassa € 954 6 jaar € 100 142 2 jaar € 670
Toonbank € 7.850 10 jaar € 500 735 6 jaar € 3.440
Computer 2.059 4 jaar 99 € 490 1 jaar € 1.569
Bestelbus 28.490 5 jaar € 9.000 € 3.898 2 jaar € 20.694

Oven
De kosten van de oven zijn (21.753 – 3.900) € 17.853 over een periode van 9 jaar.
Dat (afschrijving) is € 1.984 per jaar.

ofwel: = € 1.984

Na 4 jaar is de oven dus (4 × 1.984) € 7.936 minder waard.
Hij staat dan nog op de balans voor (21.753 – 7.936) € 13.817

Kassa
De kosten van de kassa zijn (954 – 100) € 854 over een periode van 6 jaar.
Dat (afschrijving) is € 142 per jaar.

Na 2 jaar is de kassa (2 × 142) € 284 minder waard.
Hij staat dan nog op de balans voor (954 – 284) € 670

Toonbank
De toonbank is voor € 7.850 gekocht en is na 6 jaar nog € 3.440 waard.
Er is dus (7.850 – 3.440) € 4.410 in 6 delen afgeschreven = € 735 per jaar.

Over de hele levensduur kost de toonbank (7.850 – 500) € 7.350.
Als dat in jaarlijkse stukjes van € 735 verdeeld is, wordt gerekend op een levensduur van (7.350 / 735) 10 jaar.

Computer
Na 1 jaar is de waarde van de computer € 1.569.
Er is dan 1× € 490 afgeschreven. De originele aankoopwaarde was dus (1.569 + 490) € 2.059

Als er in totaal (4 × 490) € 1.960 wordt afgeschreven en de aanschafwaarde was € 2.059,
dan wordt verwacht dat de computer nog € 99 gaat opleveren als restwaarde.

Bestelbus
Na 2 jaar is de waarde van de bestelbus € 20.694.
Er is dan 2 × € 3.898 afgeschreven. De originele aankoopwaarde was dus (20.694 + (2 × 3.898)) € 28.490

De kosten van de bestelbus zijn (28.490 – 9.000) € 19.490.
Als dat in jaarlijkse stukjes van € 3.898 verdeeld is, wordt gerekend op een levensduur van (19.490 / 3.898) 5 jaar.

b

Voorbeelden van een juist antwoord:

  • Veroudering door slijtage gebruik
  • Veroudering door technische vernieuwingen
  • Kwaliteit van het duurzame productiemiddel
  • Belastingregels
print