Vraag 1

De hoogte van het gemiddelde prijsniveau in een land wordt gemeten met behulp van het zogenaamde ConsumentenPrijsIndexcijfer. In dat CPI spelen diverse productcategorieƫn een rol.
Behalve het totale CPI zijn in onderstaande tabel ook de prijsontwikkeling van Energie en Communicatie opgenomen.

In de tabel is 2006 het basisjaar.

CPI
Totaal
Energie
Communicatie

1996

80,22
47,04
113,8

1997

81,97
51,4
114,16

1998

83,6
51,75
115,22
1999
85,43
52,17
109,55
2000
87,41
59,43
103,52
2001
91,05
68,49
102,6
2002
94,04
72,03
104,87
2003
96,03
77,24
107,14
2004
97,22
79,99
106,43
2005
98,85
91,2
102,32
2006
100
100
100
2007
101,61
104,11
97,23
2008
104,14
107,29
93,22
2009
105,38
108,16
91,41
2010
106,72
99,51
93,26

 

a

Bereken met hoeveel procent de prijzen in de periode 1996 tm 2010 in totaal gestegen zijn.

b

Bereken met hoeveel procent de prijs van Communicatie in dezelfde periode is veranderd. Geef aan of er sprake is van een stijging of een daling.

c

Bereken hoeveel procent Energie in 2010 duurder is dan in 2000.

a

Van 80,22 naar 106,72. Dat is 33,03%

b

Van 113,8 naar 93,26. Dat is -18,05% (dus een dalingĀ  van de prijs).

c

Van 59,43 naar 99,51. Dat is een stijging van 67,44%Ā 

Vraag 2

Onderstaande tabel laat de ontwikkeling zien van het aantal personen dat geregistreerd werkloos is. Gegevens zijn in indexcijfers metĀ  2002 als basisjaar.

Ā 
aantal werklozen
2001
83
2002
100
2003
151
2004
185
2005
183
2006
151
2007
106
2008
85
2009
112
2010
128

 

a Neem de tabel over en bereken (in een nieuwe kolom) voor elk jaar hoeveel procent de werkloosheid is veranderd ten opzichte van het jaar daarvoor.

a

Ā 
aantal werklozen
in indexcijfer
Procentuele verandering t.o.v. vorige jaar
2001
83
Ā 
2002
100
+20
2003
151
+51
2004
185
+23
2005
183
-1
2006
151
-18
2007
106
-30
2008
85
-20
2009
112
+31
2010
128
+15
print