Bij het maken van de getoonde intertemporele budgetlijn is uitgegaan van het volgende:

  • de lijn is getekend op basis van de reële rente;
  • de nominale rente in deze periode bedraagt 35%
  • punt A geeft het neutrale punt weer (lenen noch sparen)

Marinda kiest op basis van haar intertemporele voorkeur voor punt B.

a

Is Marinda een netto lener of spaarder? Verklaar je antwoord.

b

Bereken de inflatie(verwachting) voor de getoonde periode.

De inflatie blijkt uiteindelijk hoger uit te vallen dan verwacht.

c

Schets de verandering van de intertemporele budgetlijn door de hogere inflatie. Verklaar je antwoord.

Alexander heeft in de uitgangssituatie dezelfde budgetlijn als hierboven.
In plaats van te sparen, stopt Alexander € 30.000 van zijn huidige inkomen in een extra studie.

d

Geef met een punt (X) in de grafiek aan waar Alexander verwacht dat zijn ‘intertemporele punt’ ligt. Verklaar je antwoord.

a

Horizontaal aflezen: huidige inkomen is kleiner dan het neutrale punt
Verticaal aflezen: toekomstige inkomen is groter dan het neutrale punt

Er is dus sprake van (netto) sparen.

b

Daartoe moeten we eerste de reële rente uit de grafiek halen:
Als zij al haar huidige inkomen (80.000) spaart, heeft zij in de toekomst (20-10) 100.000 meer te besteden⇒
er is dus (100.000 – 80.000=) 20.000 euro reële rente bijgekomen.

20.000 van de 80.000 = 25%

Daarna kunnen we uitrekenen wat de inflatie is.
RIC =125 (reële rente)
NIC = 135 (nominale rente)

Dus PIC = (135:125) × 100 = 108  

Dat wil zeggen dat er dus 8% inflatie was over deze hele periode.

c

Door een hogere inflatie daalt de koopkracht. De reële rente wordt dus lager.

Spaargeld groeit dus minder hard in koopkracht. Dus het punt op de verticale as komt lager te liggen.
Het neutrale punt blijft hetzelfde, dus de lijn wordt vlakker.

NB. Door de lager reële rente kan ‘goedkoper’ geleend worden.
Op de horizontale as komt het punt dus verder naar rechts te liggen.

d

Alex levert huidig inkomen in: dus horizontaal gaan we vanuit A naar links.
Als het goed is, levert een studie méér op dan sparen. Hierdoor komen we bóven de normale budgetlijn in de toekomst uit.

We kunnen spreken van een “investering” in human kapital.

print