Domeinen Markten en Risico & Informatie

Vervoersmaatschappij Trains heeft het wettelijk monopolie op het verzorgen van het treinvervoer in een land gekregen. In een overeenkomst heeft de overheid opgenomen dat Trains voorafgaand aan een geplande prijsstijging eerst de noodzaak daarvan moet aantonen.

1 Leg uit dat een principaal-agentprobleem tussen de overheid en Trains kan optreden, en leg uit hoe de overeenkomst dit probleem vermindert.

Een principaal-agent probleem kent 3 elementen:

  • wie is principaal, wie agent
  • (deels) strijdige doelen
  • asymmetrische informatie

De minister van Verkeer hoort veel klachten over de kwaliteit van het treinvervoer. Uit tabel 1 blijkt dat de treinen tijdens de spits steeds overvol zijn en reizigers dan moeten staan. De minister wil dat daar iets aan gebeurt.

tabel 1  bezettingsgraad gedurende de dag van vervoersmaatschappij Trains

spitsuren daluren spitsuren daluren
06:00 uur tot
10:00 uur
10:00 uur tot
16:00 uur
16:00 uur tot
19:00 uur
na 19:00 uur
109%* 45% 109%* 30%

*Er zijn gemiddeld 9% meer reizigers dan er zitplaatsen beschikbaar zijn.

De directie van Trains buigt zich over de kritiek. Een directielid stelt voor om reizen tijdens de spitsuren 10% duurder te maken en reizen tijdens de daluren 10% goedkoper: “Reizigers zullen voor hun reis steeds meer de spits mijden en voor de daluren kiezen, waardoor de overbezetting tijdens de spitsuren vermindert. Bovendien is tijdens de daluren extra afzet te verwachten door een toeloop van extra reizigers.” De minister betwijfelt of dit voorstel het probleem kan oplossen: “Berekening op basis van prijselasticiteiten (tabel 2) laat zien dat er bij dit prijsvoorstel sprake blijft van overbezetting tijdens de spits.”

tabel 2  prijselasticiteiten van de vraag naar treinreizen

prijselasticiteit van de vraag naar reizen tijdens spitsuren kruislingse prijselasticiteit van de vraag naar reizen tijdens spitsuren als reactie op de prijs van reizen tijdens daluren
– 0,2 +0,3
2 Bereken aan de hand van tabel 2 de bezettingsgraad tijdens de spits als gevolg van het prijsvoorstel.

Beide elasticiteiten beschrijven hoeveel procent de vraag in de spits verandert als gevolg van de respectievelijke prijsveranderingen.

De directeur van Trains verwacht dat met het prijsvoorstel de totale kosten ongeveer gelijk blijven en de kosten per reiziger dalen.

3 Verklaar deze verwachting.

Treinvervoer kent in belangrijke mate constante kosten.

De Vereniging voor Beter Openbaar Vervoer vindt dat de belangen van consumenten worden geschaad door een verhoging van de tarieven voor het reizen tijdens de spits.
Een woordvoerder van Trains antwoordt:
“Vooral voor recreatieve gebruikers van het spoor kan dit prijsvoorstel het consumentensurplus juist laten toenemen.”

4 Verklaar de stelling van de woordvoerder.

Alleen werkenden zijn “verplicht” om in de spits te reizen.

1

Een voorbeeld van een juiste uitleg is:

  • De overheid (principaal) en Trains (agent) hebben naar verwachting verschillende doelstellingen: Trains zal meer gericht zijn op het behalen van winst, terwijl de overheid vooral de belangen van de reizigers op het oog heeft
  • De overheid heeft beperkt zicht op de kosten en opbrengsten van Trains. Er is sprake van informatie-asymmetrie
  • Deze situatie wordt (gedeeltelijk) opgeheven door de genoemde overeenkomst doordat de overheid (deels) over dezelfde informatie beschikt als Trains
2

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

  • Bij de stijging van het tarief in de spits met 10% daalt de gevraagde hoeveelheid in de spits met 2% (doordat Ev = − 0,2) 1
  • Bij daling van het tarief in de daluren met 10% daalt de gevraagde hoeveelheid in de spits met 3% (doordat Ek = + 0,3) 1
  • De bezettingsgraad wordt:
    109 × 0,98 × 0,97 = 103,62
    of
    109 × 0,95 = 103,55
3

Een voorbeeld van een juiste verklaring is:

  • Een toenemend aantal reizigers (in de daluren) zal nauwelijks tot meer totale kosten leiden, omdat de toename gerealiseerd kan worden binnen de reeds bestaande capaciteit (met enkel een hogere bezettingsgraad)
  • De gemiddelde totale kosten zullen afnemen, omdat de totale constante kosten over meer treinreizigers verdeeld kunnen worden
4

Voorbeelden van een juiste verklaring zijn:

  • Recreatieve gebruikers die tot dusver onvoldoende betalingsbereidheid hadden om met het openbaar vervoer te reizen, kunnen met het lage tarief voor de daluren hier nu wel voor kiezen. (Dit leidt tot toename van het consumentensurplus voor deze groep)
  • Door verlaging van de (dal)prijs wordt het verschil tussen de betalingsbereidheid van consumenten en de (dal)prijs groter, en neemt het consumentensurplus toe voor de gebruikers van het (dal)tarief.
print