De Europese Centrale Bank (ECB) moet zorgen voor prijsstabiliteit binnen het eurogebied. Volgens de ECB is daarvan sprake als de inflatie in het eurogebied beperkt blijft tot 2% op jaarbasis. Het instrument waarmee de ECB dat doel probeert te bereiken is rentepolitiek.

Wisselkoersstabilisatie is geen officiĆ«le doelstelling van de ECB. Toch kan de ECB besluiten – met name als van de koersontwikkeling van de euro serieuze inflatiedreiging uitgaat – de eurokoers te beĆÆnvloeden. De ECB gaat ervan uit dat elk procent koersdaling van de euro ten opzichte van de dollar leidt tot 0,2 procentpunt inflatie in het eurogebied. Ter beĆÆnvloeding van de eurokoers kan de ECB eveneens rentepolitiek gebruiken.

1 Leg uit hoe in het eurogebied inflatie kan ontstaan door een dalende koers van de euro.

Een wisselkoers heeft effect op de (prijzen van) import/export.

2 Zou de ECB in 1999 de rente hebben moeten verhogen of verlagen om de koersdaling van de euro te beperken? Verklaar het antwoord.

De rente heeft via internationale beleggingsstromen invloed op de wisselkoers.

3 Bracht de koersdaling van de euro in 1999 het realiseren van de inflatiedoelstelling in gevaar? Verklaar het antwoord met behulp van een berekening.

In de tekst staat: “De ECB gaat ervan uit dat elk procent koersdaling van de euro ten opzichte van de dollar leidt tot 0,2 procentpunt inflatie in het eurogebied.

De ECB heeft in 1999 geen rentemaatregel genomen ter ondersteuning van de koers van de euro. Volgens sommige economen hield dat verband met de verwachte toename van de werkloosheid in het eurogebied.

4 Geef voor de opvatting van deze economen een verklaring.

De rente heeft niet alleen invloed op beleggingsstromen, maar ook op de binnenlandse bestedingen.

1

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

  • Een antwoord waaruit blijkt dat een dalende eurokoers leidt tot een stijging van de importprijzen in euro’s die kan worden doorberekend in de consumentenprijzen.
  • Een antwoord waaruit blijkt dat een dalende eurokoers leidt tot lagere exportprijzen in buitenlandse valuta’s die kunnen leiden tot een grotere export waardoor bestedingsinflatie kan ontstaan.
2

verhogen
Een verklaring waaruit blijkt dat een hogere rente in het eurogebied beleggen in het eurogebied aantrekkelijker maakt waardoor de vraag naar euro’s toeneemt en de eurokoers kan stijgen.

3

ja
Een berekening waaruit blijkt dat de eurokoers daalde met (0,16 t.o.v. 1,18) 13,6%
en dus leidde tot een inflatie van 13,6 Ɨ 0,2% = 2,7% hetgeen meer is dan de bovengrens van 2%.

4

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

  • Een antwoord waaruit blijkt dat de rente zou moeten worden verhoogd en dat de daarmee gepaard gaande hogere eurokoers de export kan afremmen waardoor de werkloosheid kan toenemen.
  • Een antwoord waaruit blijkt dat de rente zou moeten worden verhoogd hetgeen de kredietvraag en dus de bestedingen kan afremmen waardoor de werkloosheid kan toenemen.
print