Iedereen belegt. Jij ook. Waarschijnlijk heb je een spaarrekening. Dat is al een vorm van beleggen. En zodra je gaat werken, wordt het geld dat je spaart voor je pensioen ook belegd.

Het is onmogelijk om een volledig overzicht te geven van alle beleggingsmogelijkheden, maar om je een beeld te geven van wat veelvoorkomende beleggingsvormen:

  • Spaarrekeningen
    waarbij je kunt kiezen tussen rekeningen met een vaste rente of een rente die kan veranderen, rekeningen waar je geld voor langere tijd vast op staat of rekeningen waar je direct je geld vanaf mag halen, enz…. Heel veel verschillen dus.

  • Obligatieleningen
    leningen door overheden of bedrijven met een vaste rente en een vaste looptijd. Meestal zijn die obligaties verhandelbaar. Dat wil zeggen dat je ze aan iemand anders mag doorverkopen. Het risico is wisselend, omdat niet elke overheid en elk bedrijf even kredietwaardig is.

  • Aandelen
    eigendomsbewijzen van bedrijven. Geven meestal recht op winstdeling en inspraak in het bedrijf. Ook aandelen zijn verhandelbaar.

  • Derivaten
    zoals opties en futures.

  • Grondstoffenmarkten
    vaak ook als termijnmarkten.

  • Valutahandel

  • Onroerendgoedmarkten
    zoals kantoorpanden en woningmarkt.

  • enz..

Niet al die markten zijn vrij toegankelijk.
Op veel van deze markten zijn vooral professionele partijen actief zoals banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en hedgefondsen. Natuurlijk wel met jouw geld!

Afweging van risico en rendement

Iedereen wil natuurlijk veel verdienen met zijn geld. Wil een zo groot mogelijk rendement halen.

Formule:

rendement formule

Daarbij geldt eigenlijk een tamelijk eenvoudige richtlijn:Hoe meer rendement je wilt (proberen te) halen, hoe meer risico je loopt.

Zet je je geld op een spaarrekening, levert het weinig op (0,7%). Maar tot € 100.000,- is er geen enkel risico.
Kies je een Staatsobligatie die relatief veilig is (2,0%) dan levert die waarschijnlijk iets meer, maar nog steeds vrij weinig rendement op.

Koop je aandelen, loop je iets meer risico. Bedrijven kunnen failliet gaan. Of aandelen kunnen langere tijd minder waard worden. Maar gaat het goed, kun je ook meer rendement halen dan met de obligaties. Een rendement van 5-7% op aandelen is niet ongebruikelijk.

Kocht je tijdens het hoogtepunt van de Eurocrisis een Griekse Staatsobligatie was er sprake van een enorm risico. De potentiële beloning is ook veel groter (35-50%).

risico en rendement

Bedenk daarbij dat als twee verschillende beleggingen een vergelijkbaar risico hebben, ze waarschijnlijk ook een vergelijkbaar rendement zullen opleveren. Marktwerking zal door verschuiving van aanbod van geld daarvoor zorgen.

print