Actualiteit

Leerlingen moeten de geleerde begrippen en principes in de praktijk kunnen herkennen, benoemen en toepassen. Dat is wellicht het belangrijkste doel van het nieuwe examenprogramma voor het vwo.

Dat betekent dus dat je niet alleen theorieboekjes moeten leren, maar ook de praktijk moeten ‘snappen’. Het is dus van belang dat je als leerling die praktijk (de krant, het nieuws: de actualiteit) wat beter gaat volgen.

Deze praktische opdracht zorgt ervoor dat je de actualiteit gaat volgen, dat je de koppeling tussen theorie en praktijk beter gaat herkennen en dat je inzicht in het vak groeit.

Om de werkdruk te spreiden, verdelen we de opdracht over het 4^de en 5^de leerjaar.

In 4 vwo

De opdrachten in 4 vwo zijn bedoeld als voorbereiding op de grotere opdracht een jaar later. In totaal moet je dit jaar 4 ‘werkstukken’ maken.
Opdracht 1 – multimediale presentatie
Deze opdracht voet je in tweetallen uit.

Je kiest samen een onderwerp uit de praktijk en bedenkt daarbij wat je erover kunt vertellen, welke achtergrondinformatie je wilt geven en welke multimediale mogelijkheden je in eerste instantie ziet.
Daarnaast denk je na over een manier waarop je je medeleerlingen actief kunt betrekken bij je presentatie.

Wanneer je hierover voldoende hebt nagedacht, bespreek je je ideeën met je docent. Je kijkt samen naar de opzet, de (on)mogelijkheden en je spreekt een datum af voor de presentatie.

Op de dag van de presentatie geef je de docent in ieder geval een overzicht van de gebruikte bronnen en een verantwoording over de (verdeelde) werkzaamheden.

Opdracht 2 en 3 – werkstukken
Dit keer maak je individueel een tweetal werkstukken op basis van een recent krantenartikel.

Kies je artikel goed: bedenk of je het kunt koppelen aan een stukje theorie en bedenkt wat je verder in je werkstuk wilt ‘onderzoeken’:

Bekijk de opdracht van 5 vwo voor meer informatie.

Opdracht 4 – werkstuk in het Engels
Wederom maak je een werkstuk, maar dit keer in het Engels, op basis van Engelstalige bronnen.
Deze opdracht zal niet alleen een economische beoordeling krijgen, maar ook een Engels-beoordeling.

In 5 vwo

• Zorg voor voldoende diversiteit aan onderwerpen.
  Je mag gebruik maken van verschillende bronnen, maar er moeten minimaal 8 originele krantenartikelen bij zitten.
• Onderwerpen ((kijk eerst wat het betekent!)) voor voldoende diversiteit:
  • Arbeidsmarkt
  • Internationale handel, economische samenwerking, wisselkoersen
  • Inflatie, Banken en Monetaire politiek
  • Overheid, sociale zekerheid en maatschappelijke kosten
• Maak een ‘map’ waarin je de originele artikelen plakt.
  Op de volgende bladzijde(n) staat de verwerking van het artikel. Deze bewerking bestaat uit:
  1. Titel artikel, bron, datum van artikel
  2. Begrippenlijst, waarin je de belangrijkste (economische) begrippen definieert en/of uitlegt.
  3. Samenvatting van de inhoud van het artikel
  4. Extra bewerking (mini-werkstuk), waarin je laat zien dat je economisch kunt denken. Je moet laten zien dat je de economische werkelijkheid snapt en dat je verbanden kunt leggen tussen theorie en praktijk.
     Dat kan o.a. door economische verbanden uit het artikel te verklaren, door oplossingen aan te dragen of te bekritiseren en/of een eigen mening te geven over de inhoud (gebaseerd op argumenten) of door cijfermateriaal te zoeken en hierbij conclusies te verwoorden.
  5. Denk bij het maken van de bewerking aan:
     • een lijst met bronnen die je gebruikt hebt;
     • directe bronvermelding onder stukjes/afbeeldingen/tabellen die je overgenomen hebt (zonder bewerking) en
     • een overzichtelijke indeling.

• Beoordeling van het werkstuk vindt vooral plaats op basis van:
  • kwaliteit van de artikelen (passend bij de categorie)
  • kwaliteit van de (extra) bewerking
  • layout van het werkstuk
  • proces

Om te kunnen bijsturen op inhoud (en je te behouden van uitstelgedrag) moet je volgens onderstaand schema opdrachten inleveren: