Liquide vorderingen op geldscheppende instellingen en de overheid voor zover deze op vrij korte termijn, zonder veel kosten en zonder belangrijk koersverlies massaal kunnen worden omgezet in primaire liquiditeiten.

Dit zijn:

  • Korte spaartegoeden
  • Korte termijndeposito’s
  • Valutategoeden van ingezetenen.

Omdat secundaire liquiditeiten snel kunnen worden omgezet in primaire liquiditeiten, kunnen we deze secundaire liquiditeiten ook zien als een soort ‘reserve-geld’. Het publiek kan dit geld snel omzetten om het te gaan uitgeven. Na omzetting kan het dus ‘overbesteding’ veroorzaken.

print