Indexcijfers kunnen je ook gebruiken om de procentuele veranderingen van twee verschillende grootheden te combineren.

Bijvoorbeeld:
Om uit te rekenen hoeveel procent de omzet verandert als de prijs met 5% stijgt en de afzet met 4% daalt?
Of: hoeveel procent de werkgelegenheid verandert als de productie met 3% stijgt en de productie per persoon met 5% stijgt?

Net als met ‘normale’ getallen

Indexcijfers worden dus ook gebruikt om de relatieve verandering van twee verschillende grootheden te combineren.

Je hoeft hier geen formules voor uit je hoofd te leren.
Stel jezelf alleen de vraag hoe je het met ‘gewone’ getallen uit zou rekenen. Daarna doe je precies díe berekening, maar dan met indexcijfers.

Voorbeeld

Stel dat gevraagd wordt hoeveel procent de prijs is veranderd.
Daarbij is gegeven dat de omzet met 4% steeg en de afzet met 1,5% daalde.

(1) Met gewone getallen

Maak van de gegeven procenten ‘gewone’ getallen.
En bedenk dan hoe je het gevraagde zou uitrekenen:

  • de omzet is € 5.000

  • de afzet is 100 producten

  • Wat was de prijs?

Antwoord:

(2) Zelfde met indexcijfers

Je weet nu hoe je de cijfers moet combineren:

Nu doe je hetzelfde, maar dan met de gegeven percentages in indexcijfers:

  • Omzet steeg 4% ⇒ indexcijfer 104

  • De afzet daalde met 1,5% ⇒ indexcijfer 98,5

Antwoord:

Dus de prijs is met 5,6% gestegen.

Dus als je kunt verzinnen hoe je het met gewone getallen kunt uitrekenen, kun je het ook altijd uitrekenen als er procenten gegeven zijn. Dan gebruik je gewoon indexcijfers.

Correctie voor rekenen met indexcijfers

  • Indexcijfers delen
    × 100 zorgt dat je antwoord weer een juist indexcijfer is.

  • Indexcijfers vermenigvuldigen
    : 100 zorgt dat je antwoord weer een juist indexcijfer is.

print