Vraag 1
De vraag op een markt kan worden beschreven met de volgende collectieve vraagfunctie:
Qv = -15P + 600
Waarbij:
Qv = gevraagde hoeveelheid in 100.000 stuks
P = prijs in euro’s per stuk.
| a |
Vanaf welke prijs is niemand meer bereid dit product te kopen? |
| b |
Teken de vraaglijn. |
| c |
Hoeveel producten worden er gevraagd bij een prijs van € 22? |
De vraag op een markt kan worden beschreven met de volgende collectieve vraagfunctie:
Qv = -0,4P + 50
Waarbij:
Qv = gevraagde hoeveelheid in miljoen stuks
P = prijs in eurocenten per stuk.
| d |
Teken de vraaglijn. |
| e |
Geef in de grafiek aan hoeveel producten er (ongeveer) gevraagd worden bij een prijs van € 0,95. |
| f |
Bereken het exacte aantal producten dat gevraagd wordt bij een prijs van € 0,95. |
De vraag op een markt kan worden beschreven met de volgende collectieve vraagfunctie:
Qv = -8P + 4.000
Waarbij:
Qv = gevraagde hoeveelheid in 1.000 stuks
P = prijs in euro’s per stuk.
| g |
Teken de vraaglijn. |
| h |
Geef in de grafiek bij welke prijs er 1,5 miljoen producten gevraagd worden. |
| i |
En bij welke prijs worden er 1,5 miljoen producten gevraagd? Bereken het exacte antwoord. |





