Vraag 1
Jennifer wil graag de effecten van sparen en lenen voor zichzelf inzichtelijk maken.
Zij stelt daarom een persoonlijke intertemporele budgetlijn op. Zij gaat uit van de volgende gegevens:
| a |
Teken de intertemporele budgetlijn van Jennifer op basis van deze gegevens. |
| b |
Jennifer wil € 100.000 lenen. |
| c |
Bereken het effect van deze lening op haar toekomstige inkomen. |
| a |
Bereken met welk rentepercentage deze budgetlijn getekend is. |
| b |
Welke keuze wordt gemaakt in punt B? |
| c |
Welke keuze wordt gemaakt in punt C? |



