Opdracht 1 – begippen

Definities van begrippen heb je vaak nodig omdat bij uitlegvragen deze definitie moet worden toegepast op een context.
Zonder heldere begripskennis loop je vaak een deel van de scorepunten mis.

Wat is de definitie van de volgende begrippen:

a Extern effect (2 omschrijvingen)
b Pareto-optimaal (2 omschrijvingen)
c Homogeen goed
d Producentensurplus

Opdracht 2

a

Noordzeevissers bieden na de vangst hun vis direct aan op de visafslag.
De prijs op de visafslag komt tot stand via een veilingklok. De veilingklok laat een hoge startprijs zien en daarna zakt de prijs totdat een handelaar akkoord is en de partij vis koopt voor de  aangegeven prijs. De handelaren verkopen de vis door aan viswinkels en supermarkten.

Maak van onderstaande tekst een economisch juiste redenering.

Op de visafslag kunnen vragers en aanbieders de gehele markt overzien: er is sprake van transparantie. Dat is een kenmerk van de marktvorm ..(1).. .
Door het mechanisme van de veilingklok kunnen individuele aanbieders ..(2).. direct invloed uitoefenen op de prijs. Hierdoor is de optelsom van het consumenten- en het producentensurplus bij deze marktvorm ..(3).. .

Kies uit:
bij (1) monopolistische concurrentie / volkomen concurrentie
bij (2) niet / wel
bij (3) maximaal / rechtvaardig

b

Op een markt van volkomen concurrentie is de evenwichtsprijs € 60.
De aanbodfunctie is:
Qa = 600 + 10P

Welk van de volgende vergelijkingen zou de vraagfunctie op deze markt kunnen zijn?

  1. Geen van de antwoorden is goed.
  2. Qv = 800 – 10P
  3. Qv = 600 – 5P
  4. Qv = 500 – 10P
c

Welk van de onderstaande gebeurtenissen zal GEEN verschuiving van de aanbodlijn veroorzaken?

  1. Een verandering van de prijs van grondstoffen die gebruikt worden in de productie.
  2. Een verandering van het aantal producenten.
  3. Een verandering van de prijs van het product.
  4. Een technologische verandering van het productieproces.
d

Een perfect werkende markt wordt weergegeven middels onderstaande afbeelding.


In de evenwichtssituatie bedraagt de som van consumenten- en producentensurplus 1.200.

Wat is de evenwichtshoeveelheid?

  1. 80
  2. 60
  3. 40
  4. 20
e

Wat is GEEN kenmerkt van een markt van volkomen concurrentie?

  1. Geen enkele vrager of aanbieder heeft invloed op de prijs.
  2. Alle producenten bieden een identiek product aan.
  3. Er zijn veel vragers en veel aanbieders.
  4. Er zijn obstakels om tot de markt toe te treden.
f

Welk van de volgende beweringen is JUIST voor een markt van volkomen concurrentie?

  1. Consumenten- en producentensurplus zijn maximaal in de evenwichtssituatie.
  2. In de evenwichtssituatie is het mogelijk dat iemand zijn positie verbetert, zonder dat dit ten kostte gaat van een ander.
  3. De evenwichtsprijs zorgt voor een efficiënte allocatie van schaarse middelen over de productiemogelijkheden.
  4. De evenwichtsprijs wordt bepaald door een paar grote aanbieders op de markt.

Opdracht 3

a

De Nederlandse onderneming Pil&Pill (P&P) is van plan het product Metolani op de markt te brengen. Metolani is een pil om slaapproblemen te verhelpen. Het product is beschermd met een Europees octrooi.
Metolani zal, zonder doktersrecept, uitsluitend verkrijgbaar zijn bij drogisterijen.

Zijn drogisterijen actief op een markt van volkomen concurrentie of op een markt van monopolistische concurrentie? Licht je keuze toe aan de hand van een kenmerk van de gekozen marktvorm.

b

Nadat Metolani wordt geïntroduceerd, blijkt volgens Europese richtlijnen dat de hoeveelheid werkzame stof per pil Metolani te hoog is om de pillen vrij te mogen verkopen bij drogisterijen. Er wordt besloten dat Metolani uitsluitend op doktersrecept bij apotheken mag worden verkocht.

Zal de vraaglijn van apotheken naar Metolani ten opzichte van de vraaglijn van drogisterijen naar Metolani meer naar links of meer naar rechts liggen? Licht je keuze toe.

print