Vraag 1
Van een onderneming is verdeling van de toegevoegde waarde gegeven in onderstaande grafiek.
De toegevoegde waarde van dit bedrijf is 55% van de omzet.
Het bedrijf heeft in totaal € 2,2 mln. aan loonkosten.
| a | Bereken de winst van deze onderneming. | 
| b | Bereken de omzet van deze onderneming. | 
Het bedrijf slaagt erin om met twee personeelsleden minder de productie op hetzelfde niveau te houden.
Door het ontslag van de twee personeelsleden nemen de loonkosten met € 150.000 af.
| c | Leg uit dat door het ontslag van de twee werknemers het aandeel van de winst omhoog gaat. | 
| d | Bereken met hoeveel procent de winst toegenomen is dankzij het genoemde ontslag. | 
Vraag 2
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfskolom van een blok kaas in de supermarkt.
Van de maandelijkse bedrijfsvoering van de kaasfabriek is gegeven dat:
| Omschrijving | Bedrag (per maand, in euro’s) | 
| Verkoopwaarde kaas | € 4 mln. | 
| Inkoop melk | € 700.000 | 
| Loonkosten personeel | € 1,8 mln. | 
| Rente op uitstaande leningen | € 200.000 | 
| Verpakkingsmaterialen | € 100.000 | 
| Kosten extern schoonmaakbedrijf | € 0,5 mln. | 
| Kosten extern transportbedrijf | € 250.000 | 
| Winst voor aandeelhouders | € 450.000 | 
De toegevoegde waarde van een bedrijf kun je uitrekenen door van de omzet de ‘inkoopwaarde van de omzet’ af te trekken.
| a | Welke van de genoemde bedragen vallen onder de term ‘inkoopwaarde van de omzet’? | 
| b | Bereken de toegevoegde waarde van de kaasfabriek. | 
| c | Bereken de winst van de fabriek in procenten van de toegevoegde waarde. | 
| d | Hoeveel bedraagt de omzet van de melkveehouders in een maand? Verklaar je antwoord. | 
 
			
					
