Vraag 1

Bij een volle baan moet een docent 25 lesuren (per week) geven.
In totaal worden er op de school 1.375 lessen per week gegeven.
| a | 
 Bereken voor het genoemde jaar de p/a-ratio op het Krimpenerwaard College.  | 
| b | 
 Leg de relatie uit tussen de feminisering van het onderwijs en de relatief hoge p/a-ratio.  | 
Door de vergrijzing verlaten elk jaar een aantal docenten de school.
Er is een zeer krappe arbeidsmarkt voor de meeste schoolvakken.
| c | 
 Leg uit dat de hoge mate van deeltijdwerk in het onderwijs voordelig kan zijn voor de school in de zoektocht naar nieuwe docenten.  | 
| d | 
 Leg uit dat de hoge mate van deeltijdwerk in het onderwijs nadelig kan zijn voor de school in de zoektocht naar nieuwe docenten.  | 
De maatschappij maakt zich in toenemende mate bezorgd over de krappe arbeidsmarkt in het onderwijs.
Steeds meer kinderen krijgen steeds langer geen / minder les in bepaalde vakken.
| e | 
 Verzin drie oplossingen voor dit probleem. Verklaar je oplossing(en).  | 
Vraag 2
| a | 
 Bereken de participatiegraad in 2016.  | 
| b | 
 Bereken de omvang van de beroepsgeschikte bevolking in 2004.  | 
| c | 
 Noem drie groepen die wél tot de beroepsgeschikte bevolking horen, maar niet tot de beroepsbevolking.  | 
| d | 
 Bereken de p/a-ratio in 2014.  | 
| e | 
 Leg uit waarom een stijging van de welvaart een stijging van de p/a-ratio kan veroorzaken.  | 
| f | 
 Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren in 2018.  | 
| g | 
 Wat betekent een ‘arbeidsjaar’.  | 
| h | 
 In welk jaar / welke jaren is en sprake van een (zeer) ruime arbeidsmarkt? Verklaar je antwoord met behulp van gegevens uit de tabel.  | 
			
					